GRIP is gericht op het inspireren en ondersteunen van medewerkers om te werken aan de eigen duurzame inzetbaarheid door het verminderen van stress, het vergroten van energie en het versterken van persoonlijk leiderschap. GRIP stimuleert eigen regie en verantwoordelijkheid. Dit doet GRIP door medewerkers voor hen persoonlijke relevante informatie, inspiratie, scans en opdrachten te bieden, zodat medewerkers naast de persoonlijke contactmomenten van de training en coaching on the job in eigen tempo en behoefte zelfstandig kunnen sturen op de eigen ontwikkeling.
Stress verlagen door energiebronnen te vergroten
Onderzoek uit de positieve psychologie wijst uit dat (verborgen) verzuim door stress wordt voorkomen door energiebronnen te vergroten. Energiebronnen bieden een buffer tegen stress.
Met behulp van de Energiemeter binnen GRIP wordt de bevlogenheid van medewerkers gemeten. Er wordt onderzoek gedaan naar de stressoren, energiebronnen en persoonlijke hulpbronnen in relatie tot het werk. De meting is ontwikkeld door Prof. Dr. W. Schaufeli, gebaseerd op het Job Demands Resources (JDR) Model. De vragenlijsten zijn ontstaan uit de positieve psychologie. In deze wetenschappelijke stroming staan succes, geluk, prestaties, welbevinden en bevlogenheid van mensen centraal.
Per team of afdeling wordt de uitkomst van de energiemeter in een rapportage teruggekoppeld.
Op basis van de uitkomsten van de startmeting geeft GRIP advies over de te volgen ontwikkelmodules. De medewerker combineert dat advies met een persoonlijke selectie op het ontwikkelpad.
In de modules vind de medewerker kennis, inspiratie, opdrachten en scans. De medewerker doorloopt in eigen tempo de modules en leert zo de eigen stress en energie te bepalen.
Tijdens de persoonlijke coachingsmomenten wordt de medewerker begeleid bij het implementeren van het geleerde in de praktijk.
Tweewekelijks wordt de mentale batterijscore opnieuw gemeten. Zo wordt het energieverloop in de gaten gehouden.
Na afronding van het persoonlijk ontwikkelpad wordt een eindmeting gedaan. De vergelijking met de startmeting geeft de medewerker inzicht in de groei die is doorgemaakt.
Per team, afdeling of voor de gehele organisatie wordt de verschuiving tussen de startmeting en de eindmeting in een rapportage teruggekoppeld.